Gemengde vrijmetselarij | Loge Oosterlicht
In een prachtig pand aan de Bloemendalstraat 11 is Loge Oosterlicht gehuisvest. De eerste melding van bewoning dateert van halverwege de 16 de eeuw en behoorde toe aan Herman van Diepenbroek, een van de stedelijke notabelen van Zwolle. Het pand heeft sindsdien diverse eigenaren en bestemmingen gehad, zoals een ‘Heeren Logement’ en het ‘Nieuwe Koffyhuis’ waar bij tijd en wijlen soirées werden gehouden.
In november 1867 werd het gebouw aangekocht door de vrijmetselaarsloge Fides Mutua en op 29 mei 1870 op plechtige wijze in gebruik genomen. Sindsdien fungeert de Bloemendalstraat 11 als logegebouw. Thans maken, naast Loge Oosterlicht, drie masculiene loges gebruik van dit gebouw en een Loge van de Orde van de Weefsters.
Geschiedenis van Loge Oosterlicht.
Op 24 april 1949 werd Loge Oosterlicht opgericht in Enschede, maar de voorgeschiedenis van de loge is langer dan vaak bij stilgestaan wordt. Op 3 juni 1934 werd een zogenaamde ‘Driehoek’ opgericht vanuit Loge ‘Christiaan Rozenkreuz’, Loge ‘Ken u zelven’ en Loge ‘Serapis’. Zij zijn de moederloges van Oosterlicht en noemden de Driehoek ‘Vrede’. Tot aan de Tweede Wereldoorlog kwam de Driehoek regelmatig bijeen in de Israëlische Synagoge in Enschede. Gedurende de Duitse bezetting was de Vrijmetselarij verboden en was het zaak om attributen en de inventaris veilig te stellen. Dat lukte niet altijd, waardoor veel loges alles kwijtraakten. Zo af en toe hield de Driehoek ‘Vrede’ stiekem bijeenkomsten, maar vanwege veiligheidsoverwegingen kon maar een klein aantal leden deelnemen.
Het heeft nog tot 24 april 1949 geduurd voordat Loge Oosterlicht officieel opgericht kon worden uit de Driehoek. Tot 1952 werd er gearbeid in de Synagoge van Enschede en na een kort verblijf in Hengelo tussen 1952 en 1957 vestigde Loge Oosterlicht zich definitief aan de Bloemendalstraat in Zwolle.